Herfstvakantie (4)

Nieuwe ontwikkelingen. Vrouw en kind zijn naar een vakantiepark met vrienden en ik bewaak in mijn eentje het fort. Dat is een nobele taak. Ik werk verder aan de 1000-stukjes-Disney-panorama-legpuzzel en heb inmiddels bijna de twee meest rechtse ‘panelen’ van de vijf (Simba en Bambi, als je het dan toch wilt weten ;-)) af. Zojuist heb ik pizza gegeten en de eerste aflevering van Only murders in the building gekeken. Best leuk. Morgen verder.

Herfstvakantie (2)

Het is maandag en vandaag voelt natuurlijk als de eerste echte vrije dag van de vakantie. De dag begint donker en druilerig, maar binnen kijken wij met het hele gezin naar de film Pokémon: Detective Pikachu. Zoonlief is sinds kort besmet met het Pokémonvirus. Er is zelfs een speciaal mapje voor de kaartjes besteld bij de Kruidvat. We gaan er met z’n tweeën met de auto heen om het kleinood op te halen en kopen meteen een nieuwe paraplu (€ 5,99).

Straks gaan we met zoonlief (9) eindelijk naar de kapper. Hij wil het sinds een tijdje lang laten groeien, maar zoals het nu zit kan je eigenlijk de hele dag geen oogcontact met hem maken. De kapper zal er iets op moeten verzinnen: wel goed bijknippen, maar niet zó veel dat zoonlief straks boos en verdrietig is. Mijn vrouw zegt: we moeten gewoon geduld hebben tot hij die lokken achter zijn oren kan stoppen. ’t Is veel gevraagd voor deze vader, maar hij gaat het proberen! 😉

Morgen verder.

Cassis

Coca-Cola had altijd zijn eigen cola, Fanta en Sprite. Pepsi had Pepsi Cola, Sisi en 7Up. Amerikaanse frisdranken met min of meer dezelfde smaak. En wij Hollanders? Wij hadden cassis. Van Hero. Dat is een lekkere merknaam, want hij betekent ‘held’. Een Nederlandse acteur was ooit een blauwe maandag zanger en noemde zich voor die gelegenheid Hero. Hij speelde in een voetbalfilm die een grote hit werd in de bioscopen. In die film zou een epische ballade te horen zijn, geschreven door een bebrilde Brabander, en de acteur mocht dit lied voor de gelegenheid zingen en uitbrengen onder de naam Hero. Een van de andere acteurs in de film had een vader die ook Hero heette. En die was ook weer acteur. Toeval bestaat niet.

Wat ís cassis eigenlijk?

Maker van ‘Russische South Park’ bekritiseert oorlog

De BBC publiceerde vandaag dit fascinerende interview met animator Oleg Kuvaev. Hij maakt al jaren de in Rusland zeer populaire tekenfilm Masyanya. Doordat al geruime tijd geleden naar Israel verkaste, heeft hij het aangedurfd om zich in de nieuwste aflevering van de – normaal gesproken puur amuserende – animatieserie voor één keer wel maatschappijkritisch uit te laten. Nadat de aflevering al meer dan drie miljoen keer bekeken was in Rusland werd hij daar (hoe verrassend!) offline gehaald. Bij ons is hij wel nog gewoon te zien op YouTube.

Wat vooral opvalt is hoe gevoelig en subtiel Kavaev zijn boodschap in de avonturen van zijn hoofdpersoon heeft weten te verpakken. Het verhaal in een notendop: de titelheldin (een minirok en naveltrui dragende twintiger uit Sint-Petersburg) komt erachter dat haar beste vriend voor hun Oekraïense vriend verborgen probeert te houden dat Rusland diens moederland is binnengevallen. Masyana vindt dit zo belachelijk dat ze uiteindelijk zelf bij Poetin langsgaat om hem eens even flink de waarheid te vertellen. Afijn, kijk zelf maar.

Natuurdocu: The Velvet Queen

Het mooie van de natuurdocu The Velvet Queen is niet dat je als kijker bijna twee uur lang samen met twee mannen over de Tibetaanse hoogvlaktes struint voor een glimp van een belachelijk-goed-gecamoufleerde-en-daardoor-bijna-onvindbare reuzepoes. Nee, het mooie is dat er een vrouw in de film zit die nóg onzichtbaarder is dan die (overigens prachtige) sneeuwpanter: cameravrouw Marie Amiguet. Precies nul keer is ze te zien en te horen in de film. Zonder haar adembenemende beelden zou het filosofische geklets van de twee natuurgekkies (regisseur Vincent Munier en schrijver Sylvain Tesson) een stuk minder genietbaar zijn geweest. Toch een must-see dus, deze film.

Wat te doen met de eeuwigheid?

‘Gebruik je de eeuwigheid híervoor?’, vraagt Andy MacDowell aan Bill Murray, ergens op driekwart van de film Groundhog Day. Weerman Phill Connors, het personage van Murray, heeft zojuist aan zijn grote, maar onbereikbare liefde opgebiecht dat hij al tijden iedere dag weer dezelfde dag beleeft in hetzelfde suffe provinciestadje.

Eindeloos probeert hij Rita (MacDowell) iedere dag weer te versieren, maar tevergeefs. Iedere keer als hij denkt dat hij haar bijna veroverd heeft, wordt hij de volgende dag wakker en blijkt zij totaal onwetend te zijn van al zijn voorgaande versierkunsten.

Als Murray eindelijk heeft uitgelegd in wat voor bizarre situatie hij beland is – íedere dag wakker worden in hetzelfde onbetekenende rotstadje en íedere dag beseffen dat het exact dezelfde dag is als de voorgaande –  lukt het hem zowaar om MacDowell bij zich op bed te krijgen (het blijft nog wel platonisch allemaal). Hij laat aan haar zien hoe goed hij is in het van een afstandje speelkaarten gooien in een hoed en probeert het ook aan haar te leren. ‘You’ve got to BE the hat. BE the hat!’ Waarop zij aan hem de retorische vraag stelt: ‘Is this what you do with eternity?’ ‘Gebruik je de eeuwigheid híervoor??’

Ik heb de afgelopen week weer af en toe aan deze film moeten denken, die ik vanaf het moment dat hij uitkwam, tijdens mijn tienerjaren, eindeloos vaak gezien heb. Nooit eerder kwam het Groundhog Day-gevoel – het gevoel vast te zitten in een soort eindeloze tijdlus – dichterbij dan nu. Ik stel mezelf dan ook meerdere malen per dag de vraag: wat gaan we doen met de eeuwigheid?

Phil Connors doorloopt in Groundhog Day dezelfde stadia die zoveel mensenlevens kenmerken: via hedonistische uitspattingen en somberte (zelfmoord-acties die niet werken, omdat hij de volgende dag gewoon weer levend wakker wordt) komt hij uiteindelijk tot het geweldige inzicht dat je maar beter het beste kunt maken van het leven. Hij gaat andere mensen helpen en ontplooit zich onder andere door piano te leren spelen en ijssculpturen te leren maken. En o ja, hij wordt een kei in van een afstandje speelkaarten mikken in een hoed.  Zijn die dingen zinvol? Dat niet. Maar het leven wordt er wel leuker, bevredigender en makkelijker door. En dat is ook wat waard.

Ik hoop dat iedereen die een beetje Corona-depri wordt Groundhog Day gaat kijken. Phill Connors leert ons: we moeten er het beste van maken.

Groundhog Day

Kerstvakantie

En dan is het ineens kerstvakantie en mag je zomaar even een dagje de stad in. Wat doe je dan met die onverwachte weelde? Heel veel twijfelen, zeker als je net bezig bent in Nooit meer te druk, het bekende zelfhulpboek van Tony Crabbe. Die schrijft dat je zoveel mogelijk moet voorkomen dat je constant aan het werk bent.

Maar ja, wat als je nou juist in de vakantie nog een belangrijke deadline hebt en je heel blij bent als je op de eerste dag even helemaal weg kan, zodat je dan al even je tanden kan zetten in het werk dat toch ergens in die twee-weken-durende ‘zee van vrijheid’ af moet? Dan probeer je zo goed en kwaad als het gaat maar eens wat Crabbe-wijsheden met elkaar te combineren. Dus wél een boek mee, zodat je ergens op een rustig plekje lekker uren kan lezen en de tijd vergeten, maar toch ook maar die laptop (sorry, Tony!) in de rugzak, omdat ieder café tegenwoordig wifi heeft, en het ook wel lekker is om dat eerder genoemde beginnetje aan het deadlinewerk vast te maken. Daartegenover kan dan weer het – na een kwartier tobben bij de kassa (sorry, Tony, het moést gewoon weer beredeneerd, betwijfeld en afgewogen worden!) – gekochte bioscoopkaartje gesteld worden, dat straks anderhalf uur niet werken (maar daarmee helaas niet gegarandeerd anderhalf uur lang niet aan werk denken) zal opleveren.

Sorry voor dit vre-se-lijk saaie 2018-blogje, maar wat vakantie mij dus ook oplevert: zin om te bloggen én tegelijkertijd de lichte stress van ‘dus-nu-moet-er-iedere-dag-wel-een-blogje-vanaf-kunnen’.

Mocht ik na vandaag bovengenoemde streven nog hebben, dan is de kop er in elk geval af!

De film in kwestie is trouwens Bohemian Rhapsody; alle andere films die draaiden hadden iets melodramatisch in het verhaal en hoewel het verhaal over de rockband Queen en zijn inmiddels overleden frontman dat ongetwijfeld ook heeft, kun je bij niets zo lekker wegdromen als bij muziek.

 

nooitmeertedruk

bohemian rhapsody film

De slimste mens

Het blijft een fijn programma. Al was het maar omdat:

  1. met louter het geluid (dus geen beeld!) op de achtergrond je er nog steeds prima nakijkwerk bij kunt verrichten

    en

  2. Philip Freriks waarschijnlijk de enige presentator ter wereld is die het woord ‘plasseks’ kan uitspreken zonder dat ook maar iemand zich er ongemakkelijk bij voelt.

(NB de betreffende vraag ging natuurlijk over Patty Brard)
(NB2 ik beloof dat dit de enige vermelding van Patty Brard zal zijn op dit weblog)

 

Seks en dood

Wanderlust

Je hebt goede kunst over seks, je hebt goede kunst over de dood en je hebt heel goede kunst waarin beide thema’s optimaal samenkomen. De Engelse zesdelige serie Wanderlust valt wat mij betreft in die laatste categorie. Ok, een hoop van wat deze serie te bieden heeft, heb je al duizend keer gezien (uitgeblust vijftigers-echtpaar met puber- en post-puberkinderen probeert zijn huwelijk nieuw leven in te blazen door met elkaars medeweten met ‘derden’ te vozen), maar op haar beste momenten weet ze je tot aardig ver in je ziel te raken.

Twee originele aspecten wil ik daarbij in het bijzonder aanstippen.

  1. Maar al te vaak zijn dialogen in series en films nogal onrealistisch lineair van aard. We weten allemaal dat we in het dagelijks leven zo duidelijk niet met elkaar communiceren. Menigeen breekt in een conversatie de ene na de andere zin al af alvorens die goed en wel beëindigd is. Zo niet de personages in Wanderlust. Die praten bij vlagen hakkelend, raadselachtig en schurend, vooral op de momenten dat ze emotioneel met elkaar en zichzelf in de knoop zitten.

    Dit dialoog-realisme komt in de voorlaatste aflevering tot zijn hoogtepunt, als de vrouwelijke hoofdpersoon van de serie (zelf relatietherapeut van beroep) in een 50-minuten durende sessie met haar eigen therapeut er de ene raadselachtige halfzin na de andere uitgooit. De manier waarop die therapeut er vervolgens chocola van maakt, wekt bij de kijker zowel bewondering als verbazing op.

  2. Naast het genoemde personage van de therapeut-van-de-therapeut komt een flink aantal andere ‘bijfiguren’ in deze serie uitstekend uit de verf. Zo zijn daar de vrouwelijke collega-docent op wie de mannelijke hoofdpersoon verliefd wordt, de jeugdliefde van zijn echtgenote, de passief-agressieve knappe jonge client van de relatietherapeut (die iets krijgt met haar oudste dochter, die zelf eveneens een intrigerend personage is) en niet te vergeten de puberzoon en de -net-geen-puber-meer lesbische middelste dochter.

Zoals bij zoveel goede eerste series hink je ook na het zien van deze weer op twee gedachten:
– ik hoop dat ze er nog één maken!
en
– het is precies goed zo; maak er asjeblieft niet nog één!

Deliverance

Het is al weer een tijdje geleden dat ik een film besprak hier op De Laatste IJsschots, dus hup, vooruit, gooi ‘m er maar in!

De jaren ’70 worden ook wel gezien als de Golden Age of Film en dat is voor dat decennium wel fijn, want verder schijnen we de 70’s vooral zo snel mogelijk te moeten vergeten. Harry Mulisch zei al eens dat er in de jaren ’70 niets, maar dan ook echt niets gebeurde wat de moeite waard was, maar hij was dan zelf waarschijnlijk ook bepaald geen filmkenner. Ten minste, ik kan me weinig voorstellen van Mulisch die in de rij staat in de bioscoop voor klassiekers als Jaws en Star Wars, dus van die Golden Age of Film zal ie in die jaren weinig mee gekregen hebben.

Enfin, waar wilde ik het over hebben? O ja, een absolute must-see-film uit de jaren ’70, namelijk Deliverance. Deze film stond al zo lang op mijn lijstje om te kijken dat ik onderhand al 28 keer op het punt had gestaan om hem te kijken, maar er nooit daadwerkelijk aan toe was gekomen. Tot nu. En wat heb ik een spijt dat ik niet eerder ben gaan kijken.

Waar gaat Deliverance over? In het kort: vier mannen uit de grote stad gaan op het Amerikaanse platteland onderzoek doen naar een oeroude rivier. Het zou wel eens kunnen dat de rivier door de geplande bouw van een dam gaat verdwijnen, dus het is typisch een gevalletje ‘laatste kans’ voor de mannen. Echt onderzoek gaan ze niet doen, want uiteindelijk gaat het hier gewoon om een soort ritueel afscheid per kano. Twee mannen gaan in de ene en twee in de andere kano.

De vier personages zijn allemaal lekker verschillend gemaakt, zodat maximaal gebruik wordt gemaakt van alle psychologische spanningen die dit gegeven teweeg kan brengen. Er is een donkerharig macho-type met een reusachtig gespierd lichaam (Lewis, gespeeld door een jonge Burt Reynolds), een mysterieuze, gevoelige denker (Ed, gespeeld door Jon Voight, die er met vissershoedje en pijp in de mond een beetje uitziet als Johnny Depp in Fear and Loathing in Las Vegas; laatstgenoemde film verscheen ruim 16 jaar na Deliverance, dus Depp zal zich ongetwijfeld bij zijn rol als Raoul Duke door Voigt hebben laten inspireren), een gezellige dikkerd (Bobby, gespeeld door Ned Beatty) en een vrolijke, wat bangige gitarist (Drew, gespeeld door Ronny Cox).

De vier storten zich met hun stadse arrogantie op de gevaarlijke oer-rivier als onwetende eendenkuikens in een grote boerensloot. Als kijker weet je: dit kan niet goed gaan, en het gaat inderdaad niet goed. Natuurlijk zijn er meer van dit soort verhalen en films, maar wat Deliverance hiervan onderscheidt is fantastisch camerawerk, geweldig spel van de acteurs en een meer dan memorabele soundtrack (banjo!) en ga zo maar door. De naargeestigheid – alles wat mis kan gaan gaat uiteindelijk mis – doet ergens aan die van WF Hermans denken in het boek Nooit meer slapen. De scenes waarin een trillende John Voight met pijl en boog (de film zit vol verwijzingen naar het VS uit de tijd van de kolonialisten en indianen) aanlegt om te gaan schieten zijn minstens zo gedenkwaardig als gelijksoortige scenes in meesterwerken als The Deer Hunter (ook uit de jaren ’70) en het recentere Jagten.

Het verhaal verdween aanvankelijk in boekvorm in 1970 en werd geschreven door ene James Dickey. Hij tekende twee jaar later ook voor het script van de verfilming. Sommige schrijvers hebben kennelijk al bij het bedenken van een verhaal zo goed voor ogen hoe het er in verfilmde versie uit moet komen te zien dat ze alleen nog de juiste mensen nodig hebben om het te verbeelden. Dat geluk heeft deze James Dickey hier dus gehad, want wie Jon Voigt net als schrijver dezes eigenlijk alleen kent als vader van Angelina Jolie moet Deliverance gaan kijken om te zien waar deze man allemaal toe in staat was/is. Nee, wacht, ik leerde hem ooit kennen door een andere klassieker, Midnight Cowboy uit 1969, waarin hij een rol speelde waarmee hij zelfs een Oscar verdiende. Miskend is het talent van deze man dus zeker niet.

Deliverance