Herfstvakantie (slot)

Werd vanochtend een beetje brak wakker, want had met het raam open geslapen en het was ineens nogal afgekoeld buiten, in de nacht. Kwam er toen achter dat ik nog geen blokje bevroren wormen voor de axolotl uit de vriezer had gehaald, dus daardoor kreeg Maxie wat later eten dan gebruikelijk. Hij lijkt dit wel door te hebben, want gaat altijd enorm druk rondzwemmen rond etenstijd en lijkt je dan bijna van achter het glas aan te staren, zo van ‘Hee! Komt er nog wat van met die wormpjes en brokjes, of hoe zit dat??!’ (Deze boze houding matcht totaal niet met zijn eeuwige smile, maar goed)

Vanochtend ook maar even Joe Speedboot van Tommy Wieringa uitgelezen, want die wordt binnenkort met karrevrachten naar de middelbare scholen verscheept in het kader van Nederland Leest en ook wij gaan hem met 4 havo klassikaal lezen (voor zover mogelijk).

Het was eerlijk gezegd alweer bijna 20 jaar geleden dat ik het boek las en ik bleek een hoop vergeten te zijn. Het meest opvallende verschil vond ik toch wel dat ik het personage van PJ (Picolien-Jane) Eilander heel anders ben gaan bekijken dan destijds.Wat er toen vooral bleef hangen is een karikaturaal meisje wier promiscuïteit (heerlijk woord dat moeilijkewoordenliefebber Wieringa eigenlijk had willen gebruiken, maar ik geloof niet dat het ook maar één keer voorkomt in het boek) uiteindelijk verklaard wordt vanuit een eetstoornis en ik-was-vroeger-een-dik-meisjetrauma. Bij herlezing zag ik een personage met veel meer diepgang, doordat ze, zelfs als alles in het honderd loopt tijdens haar bruiloft, op de laatste bladzijdes van het boek, nog steeds de lichtheid van dingen kan inzien én haar fysieke relatie met de gehandicapte hoofdpersoon gewoon blijft voortzetten. Dat geeft haar uiteindelijk toch iets cools en onverstoorbaars dat allerminst oppervlakkig genoemd kan worden. En o ja, ze is de énige die uiteindelijk alle literaire dagboeken van Fransje Hermans leest én er de schoonheid van kan inzien.

Zo, het was even geleden dat ik over literatuur schreef, maar deze terloopsheid (geen titel ‘Joe Speedboot’ boven dit blogje) bevalt me eigenlijk wel.

Tot ooit.

Herfstvakantie (5)

Ik heb geloof ik ooit op dit blog een keer poëtisch lopen mijmeren over ‘een man alleen’, maar daar ga ik nu even niet aan beginnen, hoor.

Wat deze man alleen allemaal doet: doorpuzzelen aan de 1000-stukjes Disney-panoramapuzzel, muziek maken (demo’s van eigen songs uitwerken die hopelijk de aankomende plaat van de ‘band’ halen; misschien hierover op een ander moment meer, maar misschien ook niet), koken (?? gisteren pizza), hardlopen en de axolotl voeren. Ja, we hebben een axolotl sinds afgelopen zomer. Hij heet Maxie. Ik zal er op een later moment wel wat meer over vertellen.

En o ja, ik heb zojuist, om mezelf niet al te schuldig te voelen, een mail van een leerling uitvoerig beantwoord. Die had ze al op zondag gestuurd, maar ik kon mezelf er steeds maar niet toe zetten om hem te beantwoorden. Nu dus wel. Ik hoop niet dat ze dit ineens massaal gaan doen, want dan zal ik mezelf ertoe moeten dwingen om veel korter en bondiger te zijn, en dat vind ik soms/vaak moeilijk!

Morgen verder.

Herfstvakantie (4)

Nieuwe ontwikkelingen. Vrouw en kind zijn naar een vakantiepark met vrienden en ik bewaak in mijn eentje het fort. Dat is een nobele taak. Ik werk verder aan de 1000-stukjes-Disney-panorama-legpuzzel en heb inmiddels bijna de twee meest rechtse ‘panelen’ van de vijf (Simba en Bambi, als je het dan toch wilt weten ;-)) af. Zojuist heb ik pizza gegeten en de eerste aflevering van Only murders in the building gekeken. Best leuk. Morgen verder.

Herfstvakantie (3)

Nou ja, het bevalt me dus wel, deze dagelijkse stukjesschrijfroutine. Zo lang je de herfstvakantie maar gebruikt om bepaalde coronagewoontes weer in ere te herstellen (lees: legpuzzels maken op de eettafel) komt het allemaal wel goed, ondanks dat aanhoudende druilerige weer.

Vandaag hebben we met mijn zwager en zijn dochter (6) afgesproken om naar Beeld en Geluid te gaan in Hilversum. Daar ben ik zelf al een flink aantal jaren niet meer geweest, dus ik ben heel benieuwd wat ik me er nog van kan herinneren en welke dingen veranderd zijn. Zoonlief zou natuurlijk liever thuisblijven met zijn nieuwe pókemonkaartenmap, maar hij moet natuurlijk mee. Morgen verder.

Herfstvakantie (2)

Het is maandag en vandaag voelt natuurlijk als de eerste echte vrije dag van de vakantie. De dag begint donker en druilerig, maar binnen kijken wij met het hele gezin naar de film Pokémon: Detective Pikachu. Zoonlief is sinds kort besmet met het Pokémonvirus. Er is zelfs een speciaal mapje voor de kaartjes besteld bij de Kruidvat. We gaan er met z’n tweeën met de auto heen om het kleinood op te halen en kopen meteen een nieuwe paraplu (€ 5,99).

Straks gaan we met zoonlief (9) eindelijk naar de kapper. Hij wil het sinds een tijdje lang laten groeien, maar zoals het nu zit kan je eigenlijk de hele dag geen oogcontact met hem maken. De kapper zal er iets op moeten verzinnen: wel goed bijknippen, maar niet zó veel dat zoonlief straks boos en verdrietig is. Mijn vrouw zegt: we moeten gewoon geduld hebben tot hij die lokken achter zijn oren kan stoppen. ’t Is veel gevraagd voor deze vader, maar hij gaat het proberen! 😉

Morgen verder.

Worsteling

Ik worstel een beetje met dit blog. Enerzijds wil ik graag schrijven, maar sinds een vast leespubliek in één klap wegviel door het plotseling stoppen van een veelgelezen blog dat mijn stukken op de voorpagina publiceerde, voelt het ineens als leeg en nutteloos om te schrijven. Gek toch, dat die dingen er zo toe doen, terwijl ze er eigenlijk niet toe zouden moeten doen. Een echte schrijver wil schrijven, áltijd! Misschien ben ik wel geen echte schrijver. Of moet ik deze lezerslacune juist als een goede aanleiding zien om me niet druk te maken over het wel of niet hebben van een leespubliek, maar gewoon proberen wat vaker stukjes te schrijven, zonder me te bekommeren over de kwaliteit ervan. Ik ga het proberen.

Grote auto’s

Dilemma: ik vind grote auto’s over het algemeen stom en vervelend, en soms zelfs stomvervelend. (Sorry als je een grote autobezitter bent; wacht even tot je de clue van dit stukje hebt gelezen) En dan nu de clue van dit stukje: misschien hebben we er ooit zelf wel een nodig, zo’n grote auto. Het fysieke gestel van mijn wederhelft gaat achteruit en op een gegeven moment zullen we ingewikkeldere rolstoelen e.d. in een auto moeten gaan laden dan we op dit moment hebben. Dan moet ik mijn vooroordelen over grote auto’s, namelijk dat ze lelijk zijn, het milieu nodeloos vervuilen, teveel ruimte op de openbare weg innemen etc., dus laten varen.

Dit was mijn eerste stukje in een lange, lange tijd. Sorry dat het niet een opbeurender strekking heeft. Hopelijk laat het volgende stukje niet te lang op zich wachten en is het een stuk leuker.

Stommetje spelen

Vroeger, als kind, wist je nog hoe fijn het soms was om stommetje te spelen. Je handen stijf over je oren gevouwen, ogen dicht en dan heel hard geluid maken zodat niks anders tot je doordringt dan je eigen ik. Het was de ultieme ontkenning van de buitenwereld, van al het andere dan het individueelste individu, het egooste ego.

Omdat een van mijn leerlingen op de ochtend van de verkiezingen nogal plompverloren en zonder gene meldde dat hij op de PVV zou stemmen (áls hij dat zou mogen; hij is immers nog geen 18) met nog een soort disclaimer erachteraan in de trant van ‘jij bent óók gek als je dat níet doet!’, ging ik in de resterende lestijd toch maar even stilletjes achter mijn laptop het partijprogramma lezen van de waarschijnlijk-later-die-dag-als-grote-winner-uit-de-bus-komende partij.

Na daar later op de dag en vandaag nog eens over nagedacht te hebben kwam ik tot de conclusie dat ‘oogkleppenprogramma’ misschien wel de bondigste omschrijving is van het betreffende document. Grofweg de hele eerste helft gaat over het je compleet afsluiten van alles en iedereen om je heen die niet voldoet aan een bepaald ideaalplaatje, de tweede helft betreft het compleet negeren van jouw verantwoordelijkheden als ideaalburger ten opzichte van alles wat zich buiten deze bubbel afspeelt. Laat de rest van de wereld, nee, sorry, laat al het andere wat deze wereld, deze aardbol betreft gewoon stikken: er ís niks belangrijkers dan jij en je eigen staat van ‘ideaalburger-zijn’; accepteer maar gewoon dat er niks belangrijkers is dan dát.

Ik ben geen rekenwonder, maar ook ik snap: een blogje met gemiddeld 20-30 lezers per post en 3 miljoen landgenoten die op één partij stemmen maken dat de kans groot is dat u, lezer, één van die drie miljoen bent. Ik wilde hier een linkje naar het bewuste partijprogramma invoegen, zodat u zelf het nog eens rustig door zou kunnen lezen, maar ik zag zojuist dat meer mensen dat aan het proberen zijn. De pagina lijkt er momenteel, waarschijnlijk door een te grote toestroom, uit te liggen. Misschien is dit ook wel voldoende zo.

Galant

Op een druilerige donderdag in de grote vakantie (waarop de zomer ver te zoeken was) stonden vader en moeder in de kinderkamer, omsingeld door losse onderdelen van een vergeten verleden. Het Galant-bureau, waarvan de naam ooit een belofte van elegantie in zich droeg, had zijn intrede gedaan in hun levens.

Er kwamen geen nostalgische gevoelens bovendrijven bij de aanblik van het oude bureau, eerder het besef dat dit een tijdrovend en frustrerend karwei zou worden. Het bureau was destijds van de zus van de moeder, die het gebruikte tijdens haar studie in Enschede, maar een galante indruk maakte het nu niet meer.

Vastberaden begon de vader aan de uitdaging om het bureau weer in elkaar te zetten. Maar net toen hij dacht dat hij de controle had, bemoeide hun zevenjarige kind zich met het schouwspel. Nieuwsgierigheid en opwinding straalden van diens gezicht af terwijl hij een zware, metalen cilinder vasthield.

“Kijk, papa, dit lijkt op een poot!” riep het kind uit.

“Ja, dat is waar,” zuchtte de vader, enigszins afgeleid door de onverwachte hulp. “Laten we het samen proberen.”

Maar de betovering duurde niet lang. Het kind raakte afgeleid en rende weg om zijn speelgoed te halen, waardoor vader en moeder achterbleven met alle losse onderdelen. De poten bleken keurig op het onderstel gemonteerd te kunnen worden – de schroeven voor die montagestap zitten immers netjes in de bovenkant van de poot verwerkt. Maar waar waren de schroeven voor het bevestigen van het onderstel aan het loodzware bureaublad? Foetsjie!

“Heeft mijn zus ons echt niet alle schroeven meegegeven?” vroeg de moeder geïrriteerd.

“Nee, er zal nog wel ergens een zakje rondzwerven in die oude garage van je ouders” antwoordde de vader, die zich begon te realiseren dat het bureau niet zomaar in elkaar gezet kon worden.

“Hoe kan ze dat nou vergeten?” klaagde de moeder terwijl ze de handleiding doorbladerde. “Nu moeten we waarschijnlijk weer naar de Hubo.”

En zo gebeurde het dat de vader, gewapend met een boodschappenlijstje van schroeven, opnieuw op pad moest. Eerst met de bakfiets met zoonlief, later nog eens met zijn racefiets (want waarom bakfiets mee als zoonlief er niet in hoeft te zitten?), toen bleek dat de kopjes van de schroeven te klein waren voor de gaatjes in het onderstel en dus niet genoeg klemmen en er dus ringetjes gehaald moesten worden bij de Hubo.

Terug thuis, na een lange zoektocht, slaagden vader en moeder er eindelijk in om het bureau in elkaar te zetten. Maar er was geen gevoel van triomf, eerder een gevoel van opluchting dat het karwei geklaard was.

“Kijk, het is gelukt,” zei de vader tegen de moeder terwijl hij naar het resultaat keek.

“Ja, eindelijk,” mompelde de moeder, terwijl ze haar ergernis probeerde te verbergen.

Het kind keek vol verwondering naar het bureau, zich niet bewust van het oponthoud en de frustraties die ermee gepaard gingen.

Op die druilerige donderdag smeedde het gezin een onvergetelijke herinnering. Maar het Galant-bureau zou nooit een geliefd familiestuk worden. Het bleef een herinnering aan een tijd die niet de hunne was, een bureau dat ooit galant was, maar nu slechts een stille getuige van hun pogingen tot samenwerking en geduld.