Dat ik me herinnerde hoe het was aan de Tralielaan
Dat ik me herinnerde hoe jij, een kind nog, de
trap
af
kwam
in je beertjespyjama, terwijl je een liedje zong.
Dat ik me herinnerde hoe de takken in het bos braken onder het gewicht van een
dik pak sneeuw.
Dat ik me de dode das langs de weg herinnerde
en dat ik de boswachter belde:
‘Dit is geen gezicht. Kun je hem weg laten halen?’