Eerlijk gezegd verbaast het me niks, dat er zo nu en dan verhalen opduiken over journalisten die het met de waarheid niet zo nauw nemen. Zelf probeerde het ook ooit, journalistje spelen. Met een regelmatig terugkerende buikkramp bereidde ik me dan op persoonlijke live-interviews voor. Eén keer was het zo erg dat ik een interview voortijdig afkapte en het huis van de geïnterviewde op stel en sprong verliet. ‘Of het wel goed met mij ging’ informeerde de geïnterviewde even later bij de redactie van de krant waar ik stage liep. Met het schaamrood op de kaken moest ik bekennen dat ik me tijdens het interview bij de geïnterviewde thuis plotseling niet zo lekker had gevoeld, waardoor ik vroegtijdig afscheid moest nemen.
Met dergelijke spanning zou je natuurlijk op een bepaald moment de verleiding niet kunnen weerstaan om af en toe een verhaal maar gewoon compleet uit je duim te zuigen. Zo ook de bekroonde journalist Matti Kuusela. Ik heb eigenlijk wel respect voor zo iemand. Je moet er toch wel lef voor hebben om dit te doen, zeker als je al zoveel hebt bereikt en van alle kanten de grootste lof krijgt toegezwaaid. Dat het gevolg van zijn bekentenis nu is dat verhalen uit zijn pen per direct offline gehaald worden, getuigt niet van veel respect voor het creatieve brein van de beste man.
De mensen die dat doen hebben waarschijnlijk nog nooit een ‘journalistiek’ artikel van Herman Brusselmans gelezen én ontberen waarschijnlijk ieder gevoel voor humor.
