Zon op en onder

Ik ben nog steeds fan van Teletekst. Zo, dat is eruit. ’t Zou best kunnen dat ik nu de helft van mijn lezers (een stuk of vijftien dus) kwijt ben. Het zij zo. Het is gewoon zo’n prettig medium om te ‘ondergaan’ (met de klemtoon op ‘gaan’) in plaats van al die nieuws-websites, youtube-filmpjes en al die social media-twitter onzin die er dagelijks op je af kunnen komen. Ik zeg bewust: kúnnen komen, want dat je zelf een keus hebt weet ik sinds een paar maanden ook weer. Sinds het uitbreken van de Oekraïne-oorlog leed ik aan grondige nu.nl-, NOS.nl- en BBCworld.com-verslaving, waar ik pas per 1 januari 2023 vanaf ben. En ik garandeer je: ik ben nog steeds clean!

Maar goed. Teletekst is een prima alternatief, want:

  1. Je kunt er alleen gebruik van maken op het moment dat je televisie kijkt, en dat doe je (als het goed is) niet de hele dag door
  2. De informatie op teletekst is zó beknopt en beperkt, dat je binnen vijf minuten alles hebt gelezen
  3. Bijkomend effect is dat je ff niet naar de reguliere televisie-uitzending zit te kijken, want die is vaak toch saai en stom (‘Waarom heb ik dat ding eigenlijk aan gezet?!?’)

Maar nu komt het: ik bleek al tientallen jaren van Teletekst gebruik te maken zónder te weten dat er een pagina is waarop staat aangegeven hoe laat de zon opkomt en ondergaat (klemtoon op ‘onder’). Hoe gaaf is dát??! Dat hadden ze in de prehistorie moet hebben: ‘Mam, hoe laat gaan we morgen op mammoeten jagen?’ ‘Als het licht is, jochie.’ ‘Hoe laat is dat dan?’ ‘Kijk maar ff op 718.’ ‘O ja, Teletekst! Is goed, ma!’

O ja, trouwens, de maan staat er óók op. Handig voor weerwolven 😉

Spreekwoordelijke wc-rol

Uit zomaar een interview dat ik zojuist las:

De afgelopen week was het Poëzieweek en dat zag ik aan de statistieken van mijn blog wel enigszins terug. Zo werd er vaker dan normaal op posts geklikt die een gedicht bevatten. Een daarvan is mijn blogje over Daan Zonderlands beroemde gedicht Letterlijk. Ik schreef in het betreffende stukje al over het feit dat dit gedicht zo goed past in de huidige trend van het te pas en te onpas gebruiken van de termen ‘letterlijk’ en ‘figuurlijk’, ook, en misschien juist wel op plekken waar deze termen niet thuishoren.

Nou ja, lang verhaal kort, in het bovengenoemde interview kwam ik er weer eens zo een tegen: een uitspraak over in dit geval iets spreekwoordelijks, waarvan je denkt: hoezo spreekwoordelijk??? Sinds wanneer is ‘Met de pleerol onder de arm naar het campingtoilet’ een spreekwoord? Wat bedoelt hij (ene Rob Goossens) hiermee? Dat ie wel naar de camping gaat, maar eigenlijk nooit met een wc-rol naar de wc gaat aldaar, dus dat je hem alleen maar op een figuurlijke rol kunt betrappen, wat dat ook moge zijn? Of voelt ie zich voor dergelijke campings te goed en heeft ie eigenlijk een chique, ruim bemeten blokhut (lees: chalet) met eigen toilet, die hem een ‘walk of shame’ á twee, drie per dag bespaart? Nou ja, food for thought. Nee geen echt voedsel. Spreekwoordelijk voedsel natuurlijk.

Thiomargarita magnifica 

Ja sorry, er blijven maar interessante wetenschappelijke fenomenen met rare namen in het nieuws komen. Ik kan het dan gewoonweg niet laten om daar flauwe, ondoordachte blogjes aan te wijden.

Nu is er dus ineens een bacterie ontdekt die werkelijk alle eerdere aannames over de maximale grootte van bacteriën naar de wetenschappelijke schroothoop verwijst. Het gaat om Thiomargarita magnifica, ook wel reuzenbacterie genoemd. In mijn eigen krant kwam een VU-bioloog aan het woord die het had over ‘een eigenaardige knakker’ en ‘een soort giraf onder de bacteriën’. De vergelijking met het bizarre langnekkige Afrikaanse zoogdier spreekt mij misschien nog wel het meest aan. Ze, de biologen, denken dus dat het ding vooral zo groot kan zijn doordat ie zo langgerekt en dun is geworden. Aha.

Naar goed ijsschotsgebruik hieronder een quasi-poëtische ode aan de girafbacterie.



Thiomargarita magnifica
Ik las je in de krant en dacht:
‘Dát is een rare naam voor een pizza!’

Axioma actie-oma

Even van de hak op de tak. Ik ben dus fan van de Rus Yevgeni (45 jaar) die om de dag een column heeft in de Volkskrant. De column begon onder de naam ‘Bericht uit Moskou’ vlak na de inval van de Russen in Oekraïne, en is te lezen op maandag, woensdag en vrijdag. Op dinsdag, donderdag en zaterdag is op dezelfde plek ‘Bericht uit de schuilkelder’ te lezen, waarin de Oekraïense Elena (66) vertelt over haar leven in Boedapest, waar ze na de uitbraak van de oorlog heen vluchtte.

Yevgeni’s column is van onschatbare waarde, omdat er sinds de uitbraak van de oorlog steeds minder nieuws is over Rusland en zijn bevolking. Dat is niet zo vreemd, als je bedenkt dat de overheid het land zo goed als verborgen houdt voor buitenlandse journalisten en er strenge straffen staan op het verspreiden van ‘nepnieuws’.

Vandaag staat in de eerste alinea van zijn column de volgende zin: ‘We hebben een oud axioma: de tsaar heeft altijd gelijk.’ Axioma, een term afkomstig uit de wiskunde, betekent: ‘basisbegrip dat zonder bewijs aangenomen moet worden’. Als synoniem wordt vaak ‘dogma’ genoemd.

Hoe de column verdergaat moeten jullie zelf maar lezen. Ik begon aan dit blogje door een woordspeling die in me opkwam: axioma –> actie-oma. En die bracht me dan weer op het lied dat ik twee maanden geleden (maar het lijken er wel twintig) maakte, ter ere van de zogenaamde oppositie-oma. U weet wel, die Russische oma die in opstand kwam tegen haar eigen overheid. Sindsdien horen we over dat soort zaken nog maar nauwelijks, wat natuurlijk enorm schrijnend is.

Hans Teeuwen – Stefano Keizers

Hij had het gewoon moeten doen, Hans Teeuwen. ‘Wat dan?’, hoor ik je vragen. Nou, zijn meest recente show Stefano Keizers noemen natuurlijk! ‘Oh, en waarom dan?’ Omdat Stefano Keizers zijn meest recente show Hans Teeuwen noemde. Waarschijnlijk uit pure liefde voor het absurdisme, aangezien er nergens in zijn voorstelling ook verder maar iets over Hans Teeuwen gezegd wordt, naar het schijnt. Geweldig!

Hans Teeuwen liet echter een enorme kans liggen. Hij verzuimde om, evenals Keizers, zijn eer te betuigen aan datzelfde absurdisme waaraan hij zoveel te danken heeft. Wat deed Teeuwen? Hij noemde zijn voorstelling Nou lekker dan. Jammer, temeer daar Keizers (echte naam Gover Meit) gisteren bekendmaakte dat hij afscheid neemt van de naam Stefano Keizers.

Nou ja, misschien dat Teeuwen vriend en vijand ooit nog eens verrast, door, ergens in 2033 – als iedereen Gover Meits oude alter ego al lang vergeten is – zijn nieuwste show alsnog de naam Stefano Keizers te geven. Ja, dat zou wat zijn!

Formeren kun je leren

Ik zat het NOS-journaal te kijken vanavond, en de strekking van het item over de kabinetsformatie was eigenlijk: ‘Ze moeten zich allemaal schamen, daar in Den Haag!’ En degene die dat bericht mocht duiden heette Ron, een man met pluizige grijze plukken op zijn hoofd en een André van Duin-mondje. En ondanks die plukken en dat mondje dacht ik: ‘Zou het niet wat voor hém zijn, formateur?’

Niksen

De radioreclame, vanochtend om 08:00 uur (of was het 09:00 uur??). Tijdens het opruimen van de ontbijttafel registreert mijn brein slechts flarden van wat er aan net niet goed verstaanbare geluiden uit de radio komt. ‘…..Nikson/Nixen…..’.

Het kan natuurlijk een reclame zijn voor een boek of documentaire over de controversiële 37e president van de Verenigde Staten, maar ik hoop stiekem dat het er een is voor een zelfhulpboek voor hen die het vervelen verleerd zijn.

Nixon

Fresku heeft gelijk

Wijze woorden van Fresku, dit weekend in het Volkskrant Magazine (weekendwijsheid, 18-01-2020). De Eindhovense rapper heeft een gezin en een drukke baan en worstelt net als een groot deel van de bevolking met het (eerlijk) verdelen van de aandacht tussen die twee.  ‘Als ik weer bedenk dat iets belangrijk is (…) kan ik daar helemaal in opgaan, loopt mijn agenda vol en blijft er nóg minder tijd over voor mijn gezin.’ Herkenbaar. Maar ook zijn oplossing voor dit probleem is gelukkig herkenbaar, en bevestigt mijn eigen ideeën hieromtrent: ‘Door verhalen te vertellen aan mijn kinderen, of samen een eigen spelbord voor Dungeons en Dragons te bedenken; wanneer zij iets verzinnen, zit ik het soms de hele nacht uit te tekenen. Het levert geen nieuw werk op, geen geld of bekendheid, maar het helpt wél om op een natuurlijke manier bij mijn gezin betrokken te blijven.’

Aanvankelijk was mijn zoontje (4) steevast jaloers als ik in zijn bijzijn een muziekinstrument bespeelde, maar gaandeweg accepteerde hij dat een liedje voor het slapengaan bij papa betekende dat papa zichzelf begeleidde op gitaar. En op een bepaald moment gebeurde het: papa bedacht zelf liedjes bij de leefwereld van zoonlief. Zelfbedachte liedjes over Thomas de trein, dino’s, bouwmachines, mammoeten, noem ze maar op. Er is geen kinderinteresse zo breed of er is een tekst, melodie, couplet, refrein en brug bij te verzinnen.

Het leukst is het om aan te sluiten op wat er zojuist nog is voorgelezen. Ik weet niet hoeveel liedjes er in de Nederlandse taal over de quetzalcoatlus zijn gemaakt, maar sinds afgelopen week is het er in elk geval één. Het zal nooit een hit worden op de nationale radio, Spotify of zelfs maar Soundcloud, maar het bestaat, want ergens klonk het een keer heel zachtjes uit de enige bovenverdieping van een knusse, kleine vinexwoning.