Een plompe lori in Stompetori
die hield van plezier en jolijt,
zwierde en zwaaide, als iemand haar aaide
en kon zo haar lori-heid kwijt.
Ze klom in een toren, waar niemand haar stoorde
maar durfde niet meer naar benee.
Nu slijt ze haar dagen met zeuren en klagen
en zoeken haar ogen de zee.

NB Toen ik na het maken van dit gedicht eens ging kijken of er nog andere dichters over de plompe lori hadden geschreven, kwam ik erachter dat niemand minder dan Delphine Lecompte dit inderdaad heeft gedaan. Sorry Delphine; nu ben je niet meer de enige!
