Edward van de Vendel en Wisse Beets

Ze hebben waarschijnlijk nog nooit samen in één blogje gestaan, maar voor alles moet een eerste keer zijn.

Hierbij dank ik zowel Edward van de Vendel als Wisse Beets uit de grond van mijn hart, omdat zij mij de afgelopen jaren zoveel taalplezier hebben bezorgd. Van de Vendel als de fantastische vertaler van de Waanzinnige Boomhut-serie (én zijn eigen meesterlijke dichtbundel Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt én de vertaling van de kortgeleden door ons ontdekte serie over De verschrikkelijke meneer Gom) en Beets als het meesterbrein achter het Woordgraptogram, dat iedere maandag achterop de V-bijlage van de Volkskrant staat en dat ik, als het even meezit, iedere week probeer te maken. De ene keer met meer succes dan de andere; dat dan weer wel.

Hulde aan Edward en Wisse!

Illusies

Ik vroeg me laatst iets af over illusies: word je ze armer, of rijker? Het verwarrende zit hem in het feit dat niet helemaal duidelijk is wat er gebeurt als je een illusie hebt. In principe is een illusie natuurlijk iets wat er eigenlijk sowieso niet is. Het is immers een waanbeeld, iets wat je droomt; je kunt het niet aanraken. Maar als je zo’n waanbeeld of droom erbij krijgt betekent dat dus dat je het juist dáármee zal moeten doen; je zult het nooit daadwerkelijk tastbaar voor je zien. In dat geval zou je de uitdrukking ‘een illusie rijker’ dus – ongeacht het feit dat het woord ‘rijk’ een positieve connotatie heeft – als een negatieve uiting kunnen beschouwen. Maar omgekeerd is het natuurlijk ook vervelend als je ‘een illusie armer bent’. Dan heb je immers niet eens meer het waanbeeld, de droom, om je aan te laven, waar je dit waanbeeld of deze droom überhaupt al niet geconcretiseerd had.

Ik ga deze kwestie maar eens googelen, maar ga er niet vanuit dat ik er op terugkom! 😉

Thiomargarita magnifica 

Ja sorry, er blijven maar interessante wetenschappelijke fenomenen met rare namen in het nieuws komen. Ik kan het dan gewoonweg niet laten om daar flauwe, ondoordachte blogjes aan te wijden.

Nu is er dus ineens een bacterie ontdekt die werkelijk alle eerdere aannames over de maximale grootte van bacteriën naar de wetenschappelijke schroothoop verwijst. Het gaat om Thiomargarita magnifica, ook wel reuzenbacterie genoemd. In mijn eigen krant kwam een VU-bioloog aan het woord die het had over ‘een eigenaardige knakker’ en ‘een soort giraf onder de bacteriën’. De vergelijking met het bizarre langnekkige Afrikaanse zoogdier spreekt mij misschien nog wel het meest aan. Ze, de biologen, denken dus dat het ding vooral zo groot kan zijn doordat ie zo langgerekt en dun is geworden. Aha.

Naar goed ijsschotsgebruik hieronder een quasi-poëtische ode aan de girafbacterie.



Thiomargarita magnifica
Ik las je in de krant en dacht:
‘Dát is een rare naam voor een pizza!’

Oumuamua

Dit is ‘m dan: Oumuamua. Een soort leistenen scherf die door de ruimte zweeft. Ik vind dat we ‘m een mooie naam hebben gegeven, wij mensen. Ook is het razendknap dat we ‘m überhaupt kunnen gaan onderzoeken, want hij is nogal een eindje van onze eigen aardbol verwijderd. Om precies te zijn: 24200000 kilometer. Dat zijn nogal wat heen en weertjes naar onze lievelingscamping in Frankrijk, kan ik je vertellen. Om Oumuamua te vieren zal ik hier een versje wijden aan deze indrukwekkende ruimterots.

Oumuamua
Oh, Oumuamua
We doen het je niet zomaar na
Zwevend door het universum
Als Van Persie in Salvador, Brazilië
Ik zocht naar een vergelijking, zie je,
Tussen jou en ons nederige mensen
Maar dat is niet te doen.
Dus ik laat het maar bij deze ene poging.

Hans Teeuwen – Stefano Keizers

Hij had het gewoon moeten doen, Hans Teeuwen. ‘Wat dan?’, hoor ik je vragen. Nou, zijn meest recente show Stefano Keizers noemen natuurlijk! ‘Oh, en waarom dan?’ Omdat Stefano Keizers zijn meest recente show Hans Teeuwen noemde. Waarschijnlijk uit pure liefde voor het absurdisme, aangezien er nergens in zijn voorstelling ook verder maar iets over Hans Teeuwen gezegd wordt, naar het schijnt. Geweldig!

Hans Teeuwen liet echter een enorme kans liggen. Hij verzuimde om, evenals Keizers, zijn eer te betuigen aan datzelfde absurdisme waaraan hij zoveel te danken heeft. Wat deed Teeuwen? Hij noemde zijn voorstelling Nou lekker dan. Jammer, temeer daar Keizers (echte naam Gover Meit) gisteren bekendmaakte dat hij afscheid neemt van de naam Stefano Keizers.

Nou ja, misschien dat Teeuwen vriend en vijand ooit nog eens verrast, door, ergens in 2033 – als iedereen Gover Meits oude alter ego al lang vergeten is – zijn nieuwste show alsnog de naam Stefano Keizers te geven. Ja, dat zou wat zijn!

Bert-Jan

Zoon (6), starend naar een landkaartje in de krant: ‘Papa, hoe spreek je dit uit?’ Vader: ‘Berdyansk? Dat is een grappige plaatsnaam. Hij klinkt een beetje als de Nederlandse naam Bert-Jan.’ ‘Maar papa, oorlog ís helemaal niet grappig!’

Toki Pona (lett.: ‘de goede taal’)

Als je in donkere tijden op zoek bent naar een klein lichtpuntje, heb ik een goede tip voor je: lees dit artikel. Daarin vertelt hoogleraar Nederlands en Talige Communicatie Marc van Oostendorp je een verhaal waar je waarschijnlijk heel breed van gaat glimlachen. Het is het verhaal van Toki Pona, de vrolijke, aanstekelijke kunsttaal met steeds meer liefhebbers, in alle uithoeken van de wereld. Aangezien dit artikel in z’n geheel online te lezen is houd ik hier maar bij.

Muti olin!

Taalverandering: ‘gelijk’ vs ‘meteen’ (spoiler: gelijk is aan het winnen!)

Ik kan het (nog) niet hard maken, maar hier is mijn nieuwste, eigenzinnige hypothese: we kunnen het woordje ‘meteen’ zo langzamerhand wel ten grave gaan dragen. Wat is er aan de hand? In zowel spreek- als schrijftaal kom ik de laatste tijd voornamelijk het woordje ‘gelijk’ tegen, waar in het recente verleden ‘meteen’ werd gebruikt. ‘Dan kunnen we dat gelijk even bespreken’ hoor en lees je vaker dan ‘Dan kunnen we dat meteen even bespreken’.

Nogmaals, ik kan het niet hard maken, maar hé, van een taalkundige knuppel in het hoenderhok gooien is nog nooit iemand slechter geworden. (hùh??!!)

Maar wat maak ík nou eigenlijk?

Een glasblazer blaast glas
Een timmerman timmert hout
Een schilder brengt ergens een laag verf op aan,
Maar wat maak ík nou eigenlijk?
Een neerlandicus neerlandicust?
Een neerlandicus kust
Een neerlandicus kust de taal
Kust iedere dag even de wereld door te proberen haar met taal
te vangen, omvatten, bevatten, begrijpen, duiden, snappen, behappen. Etc.

Dat dus.