Vorig jaar schreef ik voor het eerst iets over de kunsttaal Toki Pona. Ik weet nog exact op welke dag dat was, want een dag na mijn post viel een of andere idiote president zijn vele malen kleinere buurland binnen. Hoe dan ook, Toki Pona bleef in de periode daarna bij vlagen in mijn gedachten terugkeren. Totdat ik besloot om het officiële Toki Pona-woordenboek te bestellen. De wachttijd bedroeg een week of zes. Een opvallend lange tijd. Zou het boek heel populair zijn, waardoor de vraag groter is dan het aanbod? Of is Toki Pona maar bij zo’n kleine groep populair dat er überhaupt maar heel weinig van die woordenboeken gedrukt worden? Ik heb geen idee, en dat vergroot het mysterie rond deze rare taal eigenlijk alleen nog maar meer.
Moet ik nog dingen uitleggen over Toki Pona? Beter van niet, want ik wil jullie zometeen op mijn eerste vertaling van een Nederlands gedicht naar het Toki Pona trakteren. Maar niet voordat ik gewezen heb op het uitstekende stuk van Marco van Oostendorp op Neerlandistiek.nl.
Grappig weetje: ‘Jan’ betekent in Toki Pona zoveel als ‘iemand’, ‘persoon’, ‘mens’. Jan Hanlo heet in Toki Pona dus eigenlijk Iemand Hanlo
Jan Hanlo – Waso pi kule ma
Moo waso pi kule ma moo waso pi kule ma – moo waso pi kule ma moo waso pi kule ma moo waso pi kule ma
Moo waso pi kule ma moo waso pi kule ma moo waso pi kule ma – moo waso pi kule ma moo waso pi kule ma
Moo waso pi kule ma moo waso pi kule ma moo waso pi kule ma moo waso pi kule ma moo waso pi kule ma moo waso pi kule ma
Moo waso pi kule ma
Awen ale pake