Er staat een boot in de Boslaan
uitdagend en oranje te wezen
alsof hij wil zeggen: ‘Hé, wat dacht jij nou?
Dat boten altijd per se maar in een haven liggen?
Dat het vreemd is dat ze aan de rand van een bos staan
te wachten op water?
Zet die sluisdeuren van je verbeelding open,
zie mij uitdagend en oranje tussen herfstig naald en loof doorzeilen,
maak er een prentenboek van dat in elk geval met je eigen spruit zou willen lezen en wie weet…’